10. Machientje. Wat
verandert?
Wat valt te leren?
Puntsommen van
de vorm 5 + . = 7 en 5 - . = 3 Oplossen in
pijlnotatie of somnotatie
(kies bij het
opstarten van de oefenreeks)
|
Verloop
We stoppen een
kaart met een kwadraatbeeld in het machientje bv. 5. De kaart gaat
door het machientje en verandert. Er komt bv. een 7 uit. We moeten
intikken welke bewerking ( + 2) gebeurde in de machine. Dat doen we
door notatie aan te vullen.
Gradatie
:
Vanaf opgave
6 zien we enkel de achterzijde van de kaart die
in het machientje verdwijnt. We kunnen het kwadraatbeeld niet meer
zien.
|
Scoreverloop
Onmiddellijk
juist: groene pijl
Juist bij
herkansing: gele pijl
Dubbele fout:
rode pijl