Take 5: 
wat maakt EWOC- software  'apart'?


Inzichtbevorderende
simulaties


Rekenhandelingen met concreet materiaal of   wiskundige schema's vormen de basis van waaruit nieuwe inzichten en vaardigheden worden opgebouwd.
De computer kan  wiskundige handelingen simuleren en ze interactief gebruiken. 
Dergelijke simulaties vormen de kern  van elke EWOC module.
Bij instructiescenario's bieden ze een stevige  oriënteringsbasis om nieuwe inzichten en vaardigheden bij te brengen.
Bij de inoefenscenario's kunnen ze als  hulp worden opgeroepen of fungeren ze als 'bewaker van de denkweg'.
Ze bieden ook unieke kansen voor demonstratieactiviteiten op het
digitaal schoobord.


Foutgerichte
feedback


Veel softwareprogramma's beperken de feedback tot een onmiddellijke juist/fout reactie via een tekening of animatie.
Voor rekenprogramma's lijkt ons dat wat minimalistisch.
De computer kan immers het ingevoerde antwoord 'analyseren'
         (b.v. 3 +2 = 6 -> het antwoord is 1 teveel)
en op basis daarvan een aangepaste terugkoppeling geven.
Bij EWOC leggen we de feedback-lat  hoger.
Bij elke oefenreeks gaan we na welke fouten representatief zijn en hoe het programma foutgericht kan reageren.
Bij de 'herkansing' krijgt de leerling meestal een extra steuntje.
Dat kan b.v. door  het abstractieniveau van de oefening iets te verlagen.


Adaptief doorlopen van leerlijnen (CB-oefenen)


Heel wat softwareprogramma's laten de computer de getallen in een opgavesom 'willekeurig genereren'. Dit heeft tot gevolg dat de volgorde van de opgaven niet altijd optimaal is (soms komen moeilijke sommen voor makkelijke).
In onze software wordt de moeilijkheidsgraad van de opgaven adaptief ingesteld. Daarmee bedoelen we dat tijdens het oefenen de moeilijkheidsgraad wordt aangepast rekening houdend met de ingevoerde antwoorden. Het wordt m.a.w. pas moeilijker als de leerling er klaar voor is.

Dit adaptief instellen kan bij bepaalde programma's zelfs over de oefenreeksen heen (= ComputerBeheerd oefenen).
Op het einde van een oefenreeks vergelijkt de computer het resultaat met een 'norm' (= kan door de leraar  per leerling aangepast worden).
Haalt de leerling de 'norm', dan wordt automatisch de volgende oefenreeks uit de ingebouwde leerlijn aangeboden.


Diagnostische informatie
Volgsysteem


Van elke oefenbeurt wordt gedetailleerde informatie bijgehouden:
   * welke opgaven werden aangeboden;
   * welke fouten werden gemaakt;
   * in hoeverre werd gebruik  gemaakt van de aangeboden hulp.
Bij sommige oefenreeksen herkent en signaleert het programma typische denkfouten.
Al deze informatie wordt opgeslagen in een uitgebreid volgsysteem.
U kunt informatie opvragen:
* per leerling (met antwoordanalyse van elke gemaakte oefenreeks);
* per klas: recordlijsten, toetsanalyses,....
* per scenario

Deze geordende 'stortvloed' kan helpen bij het diagnosticeren en remediëren.
Merk op: bij EWOC software is het leraargedeelte (met volgsysteem) ingebouwd in het programma zelf. Het is m.a.w. op elk ogenblik toegankelijk.

Attractief
en uitdagend
Veelal zoekt men bij computerprogramma's  de motivatie  in externe factoren: spetterende animaties, geluiden...
In onze software gaan we er eerder zuinig mee om: animaties e.d. moeten in de eerste plaats functioneel zijn. Het mag best leuk zijn maar leren staat voorop.
De ervaring heeft ons geleerd dat de voornaamste motivatie die kinderen vooruitdrijft succeservaring heet.
Dat kan enkel als het kind:
* oefent op een aangepast niveau;
* op elk ogenblik zicht heeft op de eigen vorderingen en het te bereiken doel;
* uitgedaagd wordt om de eigen grenzen steeds weer te verleggen.