9. In het labo
Wat valt er te leren?
Aantallen weergegeven door een cijfer vergelijken en de vergelijking voorstellen met de symbolen <, > en = .

Voorstelling
Bij dit scenario werken we in het vergelijkingsschema. Onder het schema staan twee getalstroken.
Het vergelijkingsteken staat nu tussen de stroken. Maximum: 6

Oefenverloop
graphic
Je krijgt twee getallen: hier 2 en 4.
Klik op het passende vergelijkingsteken.
graphic
Als feedback verschijnen twee verticale stroken en worden de getallen aangeduid op de maatlat in het midden.
Het vergelijkingsteken wordt  groen of oranje ingekleurd
Merk op: het inkleuren gebeurt met een kleine animatie.
Je ziet de blauwe en magenta strook 'groeien'. Dit versterkt het vergelijkingseffect.

Spits met Bits...                                                       ' t Zijn de kleine dingen die het doen.

In dit scenario' maken de leerlingen kennis met twee nieuwe figuren: de proffen Hokus en Pokus.
Stel hen op een ludieke manier voor. Omschrijf ze als 'niet al te snugger'. Ze 'concurreren' graag met elkaar in hun 'labo'. Wie heeft het meest?
De labo-voorstelling biedt heel wat mogelijkheden:

* de context van 'vergelijken' hier heel tastbaar. Door de stroken 'groeien' ontstaat bovendien een zekere spanning;
* de hoeveelheden zijn niet meer telbaar;.
* de voorstelling bereidt het aflezen van een verticaal georiënteerde getallenlijn (thermometer) voor.
We gebruiken de voorstelling ook heel nadrukkelijk in vlag 4 Maak= o.a. bij de oefenreeksen rond bomsommen.