3. >, <, =
Wat valt er te leren?
Aantallen vergelijken en de vergelijking voorstellen met de symbolen <, > en =
Voorstelling - Instelbaar
Bij dit scenario werken we in het vergelijkingsschema. Maximum:  6

Oefenverloop
graphic
Je ziet links een foto met 4 knuffels.
Rechts een foto met 1 knuffel.

De leerling moet het passende vergelijkingsteken aanklikken.
graphic
Als feedback verschijnen twee turfstroken en het vergelijkingsteken wordt groen ingekleurd (indien correct) of rood doorstreept (indien fout).
Ook verschijnt een cijfernotatie boven de borden.
graphic
Vanaf opgave 6 geen knuffels meer, wel smilies.
Hier variëren we de schikking, de kleur en de grootte.
Spits met Bits                                                               t Zijn de kleine dingen die het doen.
Sommige kinderen hebben het lastig met de richting van het ongelijkheidsteken. Leerkrachten bedenken er diverse hulpmiddelen voor. Denk aan een vogelbekje. De vogel spert zijn bek open in de richting van het 'grootste'. De schikking van de turfstroken sluit hierbij aan.
De cijfernotatie verschijnt pas bij een juist antwoord. Ze legt a.h.w. het resultaat van de vergelijkingsact vast.
De cijfers staan boven de turfstroken. Het verband is duidelijk.