3 Oefenverloop
Een oefenreeks bestaat altijd uit zes opgaven opgedeeld in twee groepen:
graphic
graphic
graphic
  • Trainingsfase: opgaven 1 tot 3. Directe feedback

    Telkens de leerling een cijfer invoert, wordt dit gecontroleerd.

    Ook fouten bij het inwisselen worden onmiddellijk gesignaleerd.
    Juist? Het cijfer kleurt groen
    Fout? Het cijfer kleurt magenta. De leerling moet dan eerst die fout corrigeren voor hij verder kan.
Van deze training wordt geen score bijgehouden.
graphic
graphic
Testfase. Opgaven 4 tot 6. Uitgestelde feedback
  • De controle wordt pas uitgevoerd als de leerling de bewerking helemaal heeft opgelost en op de ‘cijfermeester’ klikt.
    De cijfermeester plaatst een gom bij een verkeerd ingetikt cijfer.

    De leerling krijgt een herkansing indien nodig.
    Elke direct juist afgewerkte
    testopgave levert 10 punten op.
  • Het maximum is 30 punten.
  • Bij het delen is er ook directe feedback tijdens de testfase.
Bij plus, min en  maal  is in het computerbeheerd oefenen ook een level voorzien ‘MIX voor dummies’. Bij deze reeksen is de onthoudstrook afgedekt. De leerling kan  dan  - bij opgaven waar ingewisseld wordt - dit inwisselen niet  noteren.  Hij ‘onthoudt’ de gewijzigde waarden. Deze mogelijkheid is voorzien om leerlingen die het wisselen reeds vlot beheersen, op een hoger niveau te laten werken. 
Invoer getallen – werken met het numeriek blok of het toetsenbord.
graphic
Invoer van getallen kan door aanklikken (aanraken bij touch- screens) van een cijfer op het numeriek klavier.
Het is ook mogelijk getallen in te voeren vanaf het toetsenbord.
Het gekozen getal verschijnt automatisch op de juiste plaats in de opgave. Let op de cursor (het streepje).

Door te klikken op het gommetje word het laatst ingevoerde cijfer gewist.  De blauwe knop fungeert als een ‘escape- knop’. Hij wist alle ingevoerde getallen. De leerling kan de opgave opnieuw van begin af maken
graphic
graphic
Bij het delen verschijnen in het numeriek twee extra knoppen.
Met de T(afel) knop; kan de leerling als hulp een voorstelling van de tafel oproepen.
Met de 'boogjesknop' kan hij bij opgaven waarbij het quotiënt kleiner is dan 100, een boogje plaatsen in het deeltal en zo kiezen voor een verkorte notatie. Zie hier.
Instructiefilms
Vooraleer een oefenreeks op te starten, kunnen de leerlingen een korte videoclip opvragen waarin de coach demonstreert hoe het inwisselen op de computer gebeurt.

Deze faciliteit is ingebouwd met een dubbel doel:
  • vooreerst willen we het oefenen op de computer een stuk makkelijk maken ;
  • we willen bij de leerlingen het besef laten groeien dat het niet enkel mogelijk is om te oefenen, maar ook te leren met ICT (cfr. eindtermen ICT)
In totaal zijn er 16 filmpjes ingebouwd: één voor elk nieuw opgavetype.
Training/test
Een oefenreeks bestaat altijd uit zes opgaven opgedeeld in twee groepen:
  • Trainingsfase.

    Opgaven 1 tot 3.
    Training onder leiding  van de ‘coach’. Directe feedback
    .
    Telkens de leerling een cijfer invoert, wordt dit gecontroleerd.

    Ook fouten bij het inwisselen worden onmiddellijk gesignaleerd.
    Juist? Het cijfer kleurt groen
    Fout? Het cijfer kleurt magenta. De leerling moet dan eerst die fout corrigeren voor hij verder kan.
Van deze training wordt geen score bijgehouden.
  • Testfase

    Opgaven 4 tot 6. Test. Uitgestelde feedback.
    De controle wordt pas uitgevoerd als de leerling de bewerking helemaal heeft opgelost en op de ‘cijfermeester’ klikt.

    De leerling krijgt een herkansing indien nodig.
    Elke direct juist afgewerkte testopgave levert 10 punten op. Het maximum is 30 punten.
Bij plus, min en  maal  is in het computerbeheerd oefenen ook een level voorzien ‘MIX voor dummies’. Bij deze reeksen is de onthoudstrook afgedekt. De leerling kan  dan  - bij opgaven waar ingewisseld wordt - dit inwisselen niet  noteren.  Hij ‘onthoudt’ de gewijzigde waarden. Deze mogelijkheid is voorzien om leerlingen die het wisselen reeds vlot beheersen, op een hoger niveau te laten werken.
Bij het delen is er ook directe feedback tijdens de testfase.
Einde oefenreeks
De leerling speelt bv. PLUS – level 1. Hij haalt de norm.
graphic
Op het einde van een oefenreeks verschijnt deze afbeelding.
Door te klikken op ‘LEVEL 2’ gaat hij automatisch door naar het volgende oefenlevel.
Haalt hij de norm niet, dan is deze pijl afgesloten. Hij kan dan best eerst nog eens dezelfde oefenreeks spelen of terugkeren naar het menu (EXIT).
Merk op dat u hier ook kunt aflezen wat er geoefend wordt in het volgende level.
Rapport
Merk op dat nu bovenaan rechts in de scorestrook, het rapportfiguurtje verschijnt.
Door daarop te klikken, roept u een overzicht op van alle afgewerkte oefenreeksen rond optellen door de ingelogde leerling. Van elke oefenreeks kunt u een antwoordanalyse opvragen. Zie hierna.