28.Welke afstand?
graphic
De lengte van het zwembad (bv. 50 m) is gegeven.
Anke zwemt.  Als Anke stopt, moeten de leerlingen aangegeven welke afstand ze heeft gezwommen.
Dat doen ze door de breuken om te rekenen:  
 bv. 1/2 van 50 m = 25 m
De dubbele getallenlijn kan helpen.
Daarop zijn enkele ankerpunten aangeduid.
Wat valt er te leren?

             
Een breuk (echte/onechte)  nemen van een getal. Toepassing.
Flash-instructie
Er wordt een voorbeeldoefening opgelost.
Gradatie
* De opgegeven breuken worden geleidelijk moeilijker.
* Het zwembad is niet altijd even lang.
Tips
Moeilijke oefenreeks. Sommige leerlingen zullen best wat extra ondersteuing kunnen gebruiken.